FashionSwipe: Realtime inzichten voor duurzamer modebeheer
FashionSwipe: Realtime inzichten voor duurzamer modebeheer FashionSwipe biedt modebedrijven een innovatieve manier om duurzamer en winstgevender te opereren. Door consumenten vroeg in het [...]
Leestip: De geschiedenis en evolutie van de sneaker: van sport naar mode
Leestip: De geschiedenis en evolutie van de sneaker: van sport naar mode Sneakers zijn inmiddels niet weg te denken uit het straatbeeld en hebben een evolutie doorgemaakt van functionele [...]
De Ondernemer: Eén op drie ondernemers overweegt te stoppen
De Ondernemer: Eén op drie ondernemers overweegt te stoppen Uit de vijftiende publicatie van de Kleinbedrijf Index blijkt dat ruim 30% van de Nederlandse ondernemers overweegt te stoppen met hun [...]
Expo Riva Schuh: schoenen- en accessoiretrends voor 2025
Expo Riva Schuh: schoenen- en accessoiretrends voor 2025
De modewereld maakt klaar voor een uitdagend 2025, waarin schoenen en accessoires een belangrijke rol spelen. Tijdens de aankomende editie van Expo Riva Schuh & Gardabags, die van 11 tot 14 januari 2025 plaatsvindt in Riva del Garda, zullen trends worden gepresenteerd om inkopers te helpen hun collecties gericht samen te stellen. Door een samenwerking met trendexpert ARSUTORIA richt de beurs zich op de veranderende voorkeuren in schoenen, tassen en accessoires voor zowel mannen als vrouwen.
Overgangsperiode
Consumenten bewegen zich in een overgangsperiode, wat leidt tot nieuwe stijlrichtingen.
- De eerste trend, Sophisticated Harmony, benadrukt verfijnde elegantie en vakmanschap met subtiele details. Deze trend focust op minimalistisch ontworpen producten met hoogwaardige materialen en een afgewogen esthetiek. Voor vrouwen zijn loafers, klassieke laarzen en tassen met zachte, omhullende materialen populair. Bij mannen gaan de voorkeuren uit naar chukka boots en handtassen met strakke lijnen en geavanceerde structuren.
- De trend Glam Expression spreekt liefhebbers van gedurfde, energieke stijlen aan. Deze glamourtrend draait om extravagante details zoals metalen accenten, kettingen en opvallende kleuren. Zowel mannen als vrouwen omarmen een expressieve stijl met materialen als patchwork en upcycled stoffen.
- De trend Purely Crafted richt zich op ambachtelijkheid en natuurlijke materialen. Stijlen met een vintage uitstraling, waaronder leren tassen en schoenen met een verouderd effect, zijn populair.
- Active Fusion combineert sportieve elementen met mode, en biedt dynamische ontwerpen met innovatieve materialen voor de technologiegedreven consument.
Deze trends onderstrepen een veranderende markt waar vakmanschap, duurzaamheid en technologische innovatie steeds belangrijker worden, zegt Expo RIva Schuh.
Bron: Expo Riva Schuh
Omzet kledingzaken kan inflatie niet bijhouden
Omzet kledingzaken kan inflatie niet bijhouden
De recente cijfers van het CBS tonen aan dat de nominale omzet in de fysieke kledingwinkels de afgelopen jaren is toegenomen, maar deze groei kan de stijgende inflatie niet bijbenen, meldt onderzoeksbureau Marktdata. Hierdoor is er feitelijk geen sprake van groei binnen de fysieke kledingdetailhandel, zegt zij.
Hoewel het aantal verkooppunten afneemt, steeg de nominale omzet per winkel. Echter, de meest actuele gegevens wijzen op een terugval van de omzet naar niveaus die we zeventien jaar geleden zagen. De druk op de fysieke kledingwinkelomzet is hierdoor aanzienlijk.
Verdere uitleg
Tussen 2007 en 2014 daalde de omzet sterker dan het aantal verkooppunten, wat resulteerde in een afname van de omzet per verkooppunt. In de daaropvolgende jaren begon de omzet weer licht te stijgen, terwijl het aantal verkooppunten bleef dalen. De impact van de coronapandemie op de omzet en het aantal winkels is duidelijk zichtbaar; beide daalden in 2020 fors. Na deze periode is de inflatie, mede door de oorlog in Oekraïne, aanzienlijk gestegen.
In 2023 lag de omzet voor het eerst weer boven het niveau van 2007, maar in augustus 2024 vertoonde de omzet een aanzienlijke daling, terwijl het aantal vestigingen een lichte stijging liet zien. Deze ontwikkeling is zorgwekkend, zegt Marktdata, aangezien de consumentenprijsindex sinds 2007 met ruim 43 procent is gestegen, terwijl de omzetwaarde van kledingwinkels met meer dan vier procent is gedaald.
In contrast hiermee is het aantal pure online kledingwinkels sinds 2007 met een factor 18 gestegen. Tijdens de coronapandemie groeide zowel het aantal webwinkels als de omzetwaarde aanzienlijk. Desondanks groeit het aantal webwinkels drie keer sneller dan de omzet, wat duidt op een toename van kleinere spelers. De verschuiving naar online is duidelijk, maar de groei van de online omzetwaarde is sinds 2021 aan het afvlakken.
Bron: Marktdata
‘Natuurgebied verdwijnt jaarlijks door productie sneakers’
‘Natuurgebied verdwijnt jaarlijks door productie sneakers’
Volgens een recent onderzoek van ABN AMRO en het Impact Institute gaat de wereldwijde productie van populaire consumentenproducten zoals sneakers, maar ook bankstellen en smartphones gepaard met enorme schade aan de biodiversiteit. Elk jaar verdwijnt er een gebied ter grootte van bijna twee derde van Nederland, wat overeenkomt met een biodiversiteitsverlies van ongeveer 324.000 hectare door sneakers, 298.000 hectare door bankstellen en maar liefst 1.942.000 hectare door smartphones, laat het onderzoek zien.
Het onderzoek benadrukt de noodzaak om de werkelijke kosten van consumentenproducten te herzien. Om het biodiversiteitsverlies te compenseren, zou de prijs van één paar sneakers met 1,50 euro, een bankstel met 109 euro en een smartphone met 7,10 euro moeten stijgen. De extra opbrengsten zouden moeten worden aangewend voor het behoud van biodiversiteit. Duurzame energie, gerecyclede materialen en het verlengen van de levensduur van producten hebben de grootste positieve impact.
Henk Hofstede, sector banker Retail van ABN AMRO, benadrukt dat retailers hun impact op biodiversiteit kunnen meten door hun waardeketen te analyseren. Dit stelt hen in staat om beleid te formuleren en transitieplannen op te stellen met wetenschappelijk onderbouwde doelen.
Bron: ABN AMRO
Meer dan helft van Nederlanders plant aankopen tijdens Black Friday
Meer dan helft van Nederlanders plant aankopen tijdens Black Friday
Uit onderzoek van DPG Media en Panel Inzicht blijkt dat 53% van de Nederlanders van plan is aankopen te doen tijdens Black Friday. Bijna de helft van deze groep stelt aankopen bewust uit tot deze kortingsperiode. De meeste consumenten (63%) gebruiken Black Friday om zichzelf te verwennen, terwijl 46% begint met kerstinkopen en 33% voor Sinterklaas winkelt. Online winkels blijven favoriet, waarbij een groot deel van de shoppers verwacht meer dan 100 euro uit te geven.
Voorafgaand aan Black Friday verzamelt 55% van de consumenteninformatie over wat ze willen kopen, vaak via websites, nieuwsbrieven en sociale media. Bijna de helft (45%) ervaart Black Friday-advertenties als nuttig voor het maken van keuzes. Elektronica, telecom en gadgets zijn de meest populaire aankopen, gevolgd door kleding, schoenen en verzorgingsproducten.
Daarnaast combineert steeds meer consumenten online en fysiek winkelen, met 40% die beide opties benut in 2024, vergeleken met 36% in 2023. Gedurende de hele Black Friday-periode verwacht tweederde van de koopjesjagers tussen de 50 en 200 euro uit te geven.
Dennis Hoogervorst, onderzoeksexpert bij DPG Media, benadrukt dat Black Friday een belangrijke periode blijft voor Nederlandse consumenten. Hij stelt dat veel mensen goed voorbereid zijn en doordachte keuzes maken op basis van informatie uit diverse bronnen.
Bron: DPG Media
Kledingbranche Marktmonitor: verdubbeling kleding webshops
Kledingbranche Marktmonitor: verdubbeling kleding webshops
In vijf jaar tijd is het aantal webwinkels in kleding meer dan verdubbeld, blijkt uit de Kledingbranche Marktmonitor. Volgens cijfers van het CBS is het aantal online kledingwinkels gestegen van 10.680 in 2019 tot 21.600 in het eerste kwartaal van 2024. Deze spectaculaire groei contrasteert sterk met de aanhoudende afname van fysieke kledingzaken. Het aantal fysieke vestigingen daalde in dezelfde periode met 10 procent, van 12.755 in 2019 tot 11.485 in 2024.
De stijgende trend van online kledingverkoop wordt weerspiegeld in de cijfers van het Handelsregister, waar webwinkels in kleding onder de SBI-code 47914 vallen. Deze code omvat de verkoop van kleding, schoenen en modeartikelen via internet, postorder, televisie en telefoon, maar sluit verkoop via colportage en huisparty’s uit.
De afname van fysieke kledingwinkels is al jarenlang gaande, met een jaarlijkse daling van gemiddeld twee procent sinds 2011. Deze daling heeft geleid tot een verschuiving in de retailsector, waarbij consumenten steeds vaker hun kleding online aanschaffen. Het voorlopige cijfer voor het aantal kledingzaken per 1 januari 2024 duidt echter op een mogelijke stabilisatie van de daling.
De groei van webwinkels in kleding en de afname van fysieke winkels illustreren een bredere trend in de retailsector: de verschuiving van fysieke winkels naar online platforms. Dit patroon benadrukt de veranderende voorkeuren van consumenten en de noodzaak voor traditionele retailers om zich aan te passen aan de digitale markt.
De komende jaren zullen cruciaal zijn voor de kledingbranche, waarbij de balans tussen fysieke winkels en online platforms opnieuw zal worden gedefinieerd, meldt het persbericht van Marktmonitor.
Bron: Kledingbranche Marktmonitor 2024
CBS: Detailhandel zet ruim 2 procent meer om in april
CBS: Detailhandel zet ruim 2 procent meer om in april
De detailhandel heeft in april 2,3 procent meer omgezet dan in april 2023, meldt het CBS. Het verkoopvolume was ook 2,3 procent hoger. De omzet van de non-food sector (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide met 3,8 procent, terwijl de omzet van de foodsector (winkels in voedings- en genotmiddelen) kromp met 0,4 procent. Online is 8,8 procent meer omgezet dan een jaar eerder.
De omzetcijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van kalenderdagen in april. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 3,0 procent hoger dan in april 2023.
Omzet Non-food Bijna 4 Procent Hoger
De omzet van de non-food sector (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide in april 2024 met 3,8 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was 4,9 procent hoger dan een jaar eerder. De drogisterijen, de winkels in doe-het-zelfartikelen (inclusief keukens en vloeren), de winkels in recreatie-artikelen, de winkels in schoenen en lederwaren en de winkels in consumentenelektronica hebben in april meer omgezet dan in april 2023. Daarentegen hebben de kledingwinkels en de winkels in meubels en woninginrichting in april minder omgezet.
Online 8,8 Procent Meer Omgezet
De onlineomzet was in april 8,8 procent hoger dan in april 2023. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 11,6 procent meer omgezet. De onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), was 5,4 procent hoger. De onlineomzet van de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen, de winkels in consumentenelektronica, de winkels in overige non-foodartikelen en de kledingwinkels lag in april 2024 hoger dan in april 2023.
Bron: CBS
CBS: Detailhandel zet bijna 4% meer om in Q1
CBS: Detailhandel zet bijna 4% meer om in Q1
In het eerste kwartaal van 2024 realiseerde de detailhandel een omzetstijging van bijna 4 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, meldt het CBS. Het verkoopvolume nam met 3,1 procent toe. Hoewel meer detailhandelaren failliet gingen dan een jaar eerder, was dit aantal relatief lager dan in andere sectoren.
De omzetstijging is te danken aan zowel hogere prijzen als een groter verkoopvolume. Dit is een positieve verandering ten opzichte van de periode tussen het tweede kwartaal van 2022 en het derde kwartaal van 2023, toen omzetgroei uitsluitend door prijsverhogingen werd gedreven.
In de non-foodsector steeg de omzet met 4,5 procent en het verkoopvolume met 4,8 procent. Drogisterijen, kledingwinkels en winkels in schoenen en lederwaren zagen een groei, terwijl winkels in consumentenelektronica en huishoudartikelen zoals meubels en verlichting een omzetdaling rapporteerden.
De online omzet van detailhandelaren nam in het eerste kwartaal met 3,8 procent toe. Pure online winkels zagen een omzetgroei van meer dan 5 procent, terwijl multichannelers, die zowel online als fysiek verkopen, een toename van bijna 2 procent noteerden.
Het aantal faillissementen in de detailhandel steeg met ruim 14 procent naar 98 bedrijven, vergeleken met 86 in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Desondanks was de stijging van faillissementen in de detailhandel minder sterk dan die onder alle bedrijven, waar een toename van 45 procent werd geregistreerd.
Aan het begin van het tweede kwartaal 2024 waren de verwachtingen van detailhandelaren over het economisch klimaat gelijk verdeeld tussen positieve en negatieve vooruitzichten, met een saldo van -0,2 procent. Dit was een verbetering ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023, toen het saldo ruim -4 procent bedroeg. Over het algemeen zijn detailhandelaren pessimistischer dan de gemiddelde Nederlandse ondernemer, waarvan per saldo 1,5 procent positief gestemd is over de komende drie maanden.
Bron: CBS
Hoofdlijnenakkoord cruciaal voor ondernemerschap, INretail Roept op tot concrete uitwerking
Hoofdlijnenakkoord cruciaal voor ondernemerschap, INretail Roept op tot concrete uitwerking
INretail reageert positief op het recente hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC, en BBB, waarin het belang van ondernemerschap wordt benadrukt. De focus op het verdienen van geld als basis voor ambities wordt toegejuicht, maar vraagt om verdere concretisering. Het akkoord erkent het cruciale belang van een gezond ondernemersklimaat en de waarde van winkeliers voor lokale gemeenschappen. INretail steunt de ambitie voor strategische investeringsagenda’s voor regio’s en pleit voor een gerichte aanpak van winkelcriminaliteit. De snelheid van een nieuw kabinet en de realisatie van lastenverlaging voor ondernemers zijn essentieel voor een stabiel economisch klimaat. INretail staat klaar om samen te werken met de nieuwe ministersploeg om de toekomstplannen verder vorm te geven, waarbij de focus ligt op het intensiveren van de Impulsaanpak Winkelgebieden en het waarborgen van een gezonde economie.
Bron: INretail
CBS: Inflatie in april 2,7 procent
CBS: Inflatie in april 2,7 procent bij snelle raming
In april bedroeg de inflatie in Nederland volgens een snelle schatting van het CBS 2,7 procent, wat een daling betekende ten opzichte van de 3,1 procent in maart. Deze raming is gebaseerd op voorlopige gegevens en de officiële cijfers worden op 7 mei gepubliceerd. De inflatie wordt maandelijks gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar.
Prijsontwikkeling productgroepen
Naast het inflatiecijfer onthult het CBS bij deze snelle schatting ook de prijsontwikkeling van verschillende productgroepen, die op 7 mei allemaal uitgebreid worden gepubliceerd. Verder kondigt het CBS aan dat vanaf juni 2023 een nieuwe methode wordt gebruikt voor het meten en verwerken van energieprijzen in de CPI.
Snelle raming HICP
Het CBS publiceert twee verschillende inflatiecijfers: een gebaseerd op de CPI en een op de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). In april bedroeg de inflatie volgens de HICP 2,6 procent. Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP is dat de HICP geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning, terwijl de CPI deze kosten wel meeneemt op basis van de ontwikkeling van woninghuren. Deze verschillen worden nader toegelicht in een gepubliceerde publicatie.
Internationaal gebruiken lidstaten van de Europese Unie (EU) de HICP om inflatie tussen landen te vergelijken. Eurostat berekent op basis van HICP-cijfers de inflatie voor de eurozone en de EU, en de Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone.
Bron: CBS
Consumentenvertrouwen stijgt voor de 8e maand in een rij
Consumentenvertrouwen stijgt voor de 8e maand in een rij
Het consumentenvertrouwen in Nederland is in april voor de achtste opeenvolgende maand gestegen, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het consumentenvertrouwen verbeterde van -22 in maart naar -21 in april. Zowel het oordeel over het economische klimaat als de koopbereidheid waren slechts een fractie minder negatief.
Met een niveau van -21 lag het consumentenvertrouwen in april onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (-10). Het hoogste punt werd bereikt in januari 2000 (36), terwijl de laagste standen werden genoteerd in september en oktober 2022 (-59). Het CBS meet het consumentenvertrouwen maandelijks sinds april 1986 op basis van het consumentenconjunctuuronderzoek. Dit vertrouwen is een gemiddelde van vijf deelvragen, waarbij van elke vraag het saldo van positieve en negatieve antwoorden wordt genomen. Bij volledig positieve antwoorden is het saldo 100, bij volledig negatieve antwoorden -100.
Koopbereidheid Vertoont Licht Verbetering
De koopbereidheid steeg in april lichtjes naar -13, vergeleken met -14 in maart. Zowel het oordeel over de financiële situatie in de afgelopen twaalf maanden als het vooruitzicht voor de komende twaalf maanden verbeterde. Het is wel zo dat consumenten de tijd voor het doen van grote aankopen even ongunstig beschouwden als in maart.
Het CBS benadrukt dat, ondanks deze lichte verbeteringen, het consumentenvertrouwen nog steeds beneden het gemiddelde niveau van de afgelopen twintig jaar ligt.
Bron: CBS
Paradigma in de mode-industrie
Eenrichtingsverkeer van modebedrijven houdt verandering tegen, retailers kunnen de risico’s niet meer alleen dragen, maar wat zijn de oplossingen?
“Naar aanleiding van mijn artikel over het nieuwe inkoopmodel in dit blad, heb ik een aantal reacties gekregen. Men was het geheel met me eens, maar wilde graag oplossingen horen. Ik had gehoopt reacties van modemerkbedrijven te krijgen, maar het waren allemaal reacties van zeer teleurgestelde en wellicht enigszins gefrustreerde retailers. Ze willen graag zaken blijven doen, maar het eenrichtingsverkeer van de modemerkbedrijven blijft alle mogelijke veranderingen en verbeteringen tegenhouden. Deze weerstand van de modemerkbedrijven is te begrijpen vanuit de context van hun eigen organisatie. Maar, ze vergeten dat ze niet alleen op de wereld zijn en dat het ‘pushen’ van producten naar de winkels verleden tijd is. De winkelbedrijven hebben door onder andere de crisis en de opkomst van internetverkopen niet meer de middelen en mogelijkheden om het volledige risico, in de vorm van uitverkochte producten, niet-verkochte producten en de lage omloopsnelheid, te dragen.