Aantal schoenherstellers in het jaar 2023 met bijna 4% gedaald

Aantal schoenherstellers in het jaar 2023 met bijna 4% gedaald

Het aantal schoenherstellers in 2023 is met bijna vier procent gedaald, zoals blijkt uit het Structuurrapport Schoenherstellers 2024 van Marktdata.nl. Gemiddeld heeft Nederland nu 24.500 inwoners per schoenherstellerszaak, en het vak wordt steeds vaker een nevenactiviteit. Momenteel zijn er 733 bedrijfsvestigingen in Nederland geregistreerd voor de reparatie van schoenen en lederwaren, waarvan 672 als hoofd- of zelfstandige vestiging. Zeeland heeft het hoogste aantal inwoners per vestiging, met meer dan 32.600, terwijl Groningen het laagste heeft, met ongeveer 21.500 per schoenhersteller.

In de afgelopen vijf jaar is zowel het aantal bedrijven als vestigingen in deze branche afgenomen. Het aantal bedrijven is met 6,9 procent gedaald, van 725 in 2018 tot 675 in 2023. Het aantal vestigingen is met 7,5 procent afgenomen, van 800 tot 740 in dezelfde periode. Alleen in 2010 was er groei in deze sector, terwijl de afgelopen jaren een jaarlijkse afname van 0 tot 2 procent werd gezien, met een sterke daling van bijna vier procent in 2023.

De meest voorkomende nevenactiviteit voor schoenherstellers is te vinden in de categorie winkels in ijzerwaren en gereedschappen, gevolgd door een combinatie van schoenherstel en sleutelservice. Anderzijds hebben ook bedrijven met een andere hoofdactiviteit, zoals winkels in schoenen of lederwaren, schoenreparatie steeds vaker als nevenactiviteit. Dit wijst op een groeiende trend waarbij schoenherstel een nevenactiviteit wordt voor verschillende bedrijven.

Bron: Structuurrapport Schoenherstellers 2024, Marktdata

0 Lees meer

CBS: Detailhandel zet bijna 2 procent meer om in januari

CBS: Detailhandel zet bijna 2 procent meer om in januari

De detailhandel heeft in januari 1,8 procent meer omgezet dan in januari 2023, meldt het CBS. Het verkoopvolume was 1,1 procent hoger. De omzet van de non-food (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide met 3,1 procent, terwijl de omzet van de foodsector (winkels in voedings- en genotmiddelen) kromp met 0,4 procent. Online is 3,7 procent meer omgezet dan een jaar eerder.

De omzetcijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen in januari. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 2,4 procent hoger dan in januari 2023.

Omzet non-food ruim 3 procent hoger

De omzet van de non-food (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide in januari 2024 met 3,1 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was ook 3,1 procent hoger dan een jaar eerder.

De drogisterijen, de kledingwinkels en de winkels in recreatie-artikelen hebben in januari meer omgezet dan in januari 2023. Daarentegen hebben de winkels in schoenen en lederwaren, de winkels in doe-het-zelfartikelen (inclusief keukens en vloeren), de winkels in meubels en woninginrichting en de winkels in consumentenelektronica in januari minder omgezet.

Omzet food iets kleiner

De winkels in voedings- en genotmiddelen hebben in januari 0,4 procent minder omzet behaald dan in januari 2023. Het verkoopvolume was 2,5 procent lager dan een jaar eerder. De omzet van de supermarkten lag 1,0 procent lager, de omzet van de speciaalzaken was 4,1 procent hoger.

Online 3,7 procent meer omgezet

De onlineomzet was in januari 3,7 procent hoger dan in januari 2023. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 4,3 procent meer omgezet. De onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), was 2,8 procent hoger.

De onlineomzet van de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen, de winkels in overige non-foodartikelen en de kledingwinkels lag in januari 2024 hoger dan in januari 2023. De onlineomzet van de winkels in consumentenelektronica was lager dan een jaar eerder.

Bron: CBS

0 Lees meer

CBS: Inflatie stijgt naar 3,2 procent in januari; 3,5 procent exclusief energie

CBS: Inflatie stijgt naar 3,2 procent in januari; 3,5 procent exclusief energie

Consumentengoederen en -diensten waren in januari 3,2 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In december was de inflatie 1,2 procent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Het inflatiecijfer van januari is hetzelfde als bij de snelle raming die op 1 februari is gepubliceerd.

De CPI geeft ook inzicht in de prijsontwikkeling ten opzichte van een maand eerder. Prijzen voor consumenten waren in januari 0,5 procent gestegen ten opzichte van december.

Exclusief energie en motorbrandstoffen bedroeg de inflatie in januari 3,5 procent. In december was dat 3,4 procent. Het verschil tussen de inflatie en de inflatie exclusief energie is in januari afgenomen ten opzichte van december (zie tabel hieronder).

Kleinere prijsdaling energie

Vooral de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) zorgde voor een stijging van de inflatie. In januari was energie weliswaar 9,2 procent goedkoper dan in januari vorig jaar, maar in december waren de prijzen nog 42,1 procent lager dan in dezelfde maand een jaar eerder. De veel kleinere prijsdaling in januari 2024 is toe te schrijven aan het feit dat in januari 2023 de energieprijzen sterk daalden ten opzichte van december 2022 na de invoering van het prijsplafond.

Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Op 30 juni publiceerde het CBS een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden (tabel 2).

Drukkend effect voedingsmiddelen

De prijsontwikkeling van voeding had een drukkend effect op de ontwikkeling van de inflatie. Voedingsmiddelen waren in januari 2,1 procent duurder dan een jaar eerder, in december waren ze nog 4,1 procent duurder. Vooral de prijsontwikkelingen van brood- en graanproducten en groenten droegen bij aan deze kleinere prijsstijging.

Prijsontwikkelingen op korte termijn

De CPI geeft niet alleen inzicht in de prijsontwikkeling ten opzichte van een jaar geleden (de inflatie), maar ook ten opzichte van de voorgaande maand. In januari 2024 stegen de prijzen voor consumenten met 0,5 procent ten opzichte van december 2023.

Een kanttekening bij een vergelijking tussen verschillende maanden in het jaar is dat rekening moet worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo zijn bijvoorbeeld vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in maanden buiten het vakantieseizoen. De prijzen zijn dan tijdelijk hoger, maar dit is geen structurele prijsstijging. Door deze seizoensinvloeden zijn ontwikkelingen maand op maand vaak volatieler dan ontwikkelingen jaar op jaar.

Inflatie eurozone daalt licht

Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in januari 3,1 procent duurder dan vorig jaar. In december was de inflatie volgens de HICP 1,0 procent. De inflatie in de eurozone nam af van 2,9 procent in december naar 2,8 procent in januari.

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en de prijsontwikkeling voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.

Bron: CBS

0 Lees meer

Aantal faillissementen stijgt met ruim 50 procent in 2023

Aantal faillissementen stijgt met ruim 50 procent in 2023

In december zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 91 meer bedrijven failliet verklaard dan in november, meldt het CBS. Dat is een stijging van 30 procent. De trend van het aantal faillissementen is meer dan een jaar stijgend. Met het decembercijfer is ook het cijfer voor hele jaar bekend. In 2023 zijn volgens voorlopige cijfers 3.271 bedrijven failliet verklaard. Dat is ruim 50 procent meer dan in 2022 (tabel 1).

Aantal faillissementen loopt op

Het aantal voor zittingsdagen gecorrigeerde faillissementen fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Het aantal uitgesproken faillissementen piekte met 911 in mei 2013. Daarna nam het aantal faillissementen tot en met augustus 2017 af. Vervolgens bleef de trend tot medio 2020 redelijk vlak. Daarna is het aantal faillissementen verder afgenomen en bereikte in augustus 2021 met 109 een laagterecord. Vanaf mei 2022 lag het aantal faillissementen onafgebroken hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

In 2023 zijn 3.271 bedrijven failliet verklaard

In 2023 zijn, niet gecorrigeerd voor zittingsdagen, 3.271 bedrijven en instellingen, inclusief eenmanszaken, failliet verklaard. Dat is 52 procent meer dan in 2022. Toen bedroeg het aantal faillissementen 2.145. Het aantal faillissementen in 2023 was nog steeds lager dan in 2019, het laatste volledige jaar voor corona.

De piek in het aantal faillissementen, van 9.431, werd tijdens de eurocrisis in 2013 bereikt. Het laagste aantal sinds de start van de statistiek in 1981 werd in 2021 genoteerd, namelijk 1.818. Dat in coronatijd relatief weinig bedrijven failliet werden verklaard, is niet los te zien van de noodsteun van de overheid (tabel 2).

Sterkste stijging faillissementen in de handel

Net als in voorgaande jaren had de handel, met 682, de meeste faillissementen in 2023. Daarna volgde de bouwnijverheid met 479. Beide bedrijfstakken behoren qua aantal bedrijven tot de grote bedrijfstakken.

In vrijwel alle bedrijfstakken gingen er meer bedrijven failliet dan in 2022. Absoluut gezien was ook de stijging van het aantal faillissementen het sterkst in de handel. In 2023 gingen hier 254 bedrijven en instellingen meer failliet dan in 2022. De toename in de detailhandel, de groothandel en de autohandel was respectievelijk 145, 105 en 4.

Met een stijging van 139 faillissementen volgde de bouwnijverheid als tweede. In de horeca ging het aantal faillissementen van 134 in 2022 naar 267 in 2023, een verdubbeling. De stijging is vooral toe te schrijven aan de eet- en drinkgelegenheden waar het aantal faillissementen 126 hoger was dan in 2022. Bij hotels en andere logiesverstrekkers was de stijging 7.

In alle provincies meer bedrijven failliet

In alle provincies zijn in 2023 meer bedrijven failliet verklaard dan in 2022. Het grootst was de stijging in Noord-Brabant met 270 bedrijven. De provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Noord-Holland telden de meeste faillissementen, maar ook de meeste bedrijven (tabel 3, zie hieronder).

Bron: CBS

0 Lees meer

CBS: Iets meer faillissementen in november

CBS: Iets meer faillissementen in november

In november zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 7 meer bedrijven failliet verklaard dan in oktober, meldt het CBS. Dat is een stijging van 2 procent. De trend van het aantal faillissementen is ruim een jaar stijgend. In de eerste elf maanden van 2023 zijn ongeveer 56 procent meer bedrijven failliet verklaard dan in dezelfde periode van 2022.

Aantal faillissementen loopt op

Het aantal voor zittingsdagen gecorrigeerde faillissementen fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Het aantal uitgesproken faillissementen piekte met 911 in mei 2013. Daarna nam het aantal faillissementen tot en met augustus 2017 af. Vervolgens bleef de trend tot medio 2020 redelijk vlak. Daarna is het aantal faillissementen verder afgenomen en bereikte in augustus 2021 met 109 een laagterecord. Vanaf mei 2022 lag het aantal faillissementen onafgebroken hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Meeste faillissementen in de handel

Niet gecorrigeerd voor zittingsdagen zijn er in november 287 bedrijven en instellingen (inclusief eenmanszaken) failliet verklaard. Van alle bedrijfstakken had de handel het grootste aantal faillissementen, namelijk 56. Dat is 11 procent minder dan in oktober.

De handel behoort tot de bedrijfstakken met de meeste bedrijven. Relatief gezien werden er in november de meeste faillissementen uitgesproken in de sector vervoer en opslag.

bron: CBS

0 Lees meer

Laag consumentenvertrouwen klimt langzaam uit dal

Laag consumentenvertrouwen klimt langzaam uit dal

Elke maand publiceert het CBS het economische bulletin met gegevens over het inkomen en de bestedingen. Uit het bulletin komt naar voren dat consumenten in april voor de zesde maand op rij minder pessimistisch waren dan een maand eerder. Het consumentenvertrouwen is echter nog steeds laag. Wel blijkt uit de gegevens van het CBS dat de koopbereidheid van consumenten minder negatief was.

Het consumentenvertrouwen in april ligt ruimschoots onder het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar. Het vertrouwen bereikte in januari 2000 de hoogste stand ooit en in september en oktober 2022 de laagste stand ooit. Het CBS meet het consumentenvertrouwen elke maand sinds april 1986.

Verder zijn er geen grote veranderingen uit de cijfers op te maken. Consumenten waren in april even pessimistisch over de economie als in maart. De tijd voor het doen van grote aankopen vonden consumenten wel minder ongunstig.

Bron: CBS

0 Lees meer

Kleding peperduur

Kleding peperduur

In februari dit jaar zijn de kledingprijzen met bijna 12 procent gestegen. Kleding lijkt daarmee in Nederland na energie en voedingsmiddelen bijna onbetaalbaar te worden. Dit blijkt uit de meest recente inflatiecijfers van het CBS.

Vooral herenkleding

Sinds september vorig jaar is kleding flink duurder geworden. In september stegen de prijzen plotsklaps met 8,0 procent en in de periode daarna zijn de prijzen steeds verder doorgeschoten. Prijspieken werden bereikt in december vorig jaar (+12,3 procent) en februari dit jaar (+11,8 procent). Prijsstijgingen van kleding van deze omvang heeft het CBS niet eerder gemeten. Herenkleding was binnen de kledingbranche de meest opvallende prijsstijger in februari. Herenkleding werd toen vergeleken met februari een jaar eerder liefst 17,1 procent duurder. Bijna evenveel als voeding in die periode duurder werd (+ 18,4 procent). Dameskleding werd in februari ook met dubbele cijfers duurder (+12,5 procent). Baby- en kinderkleding daarentegen wisten zich voorlopig nog aan dit prijsgeweld te onttrekken en deden het in februari binnen de kledingbranche rustig aan. De prijzen stegen er maar met 3,3 procent.

Ook kleding aanjager inflatie
Na twee maanden van afnemende inflatie zijn de inflatiecijfers in februari weer gestegen. Grote boosdoener waren voedingsmiddelen die in februari ongekend in prijs stegen (+18,4 procent), terwijl energie in februari juist goedkoper werd (-2,9 procent). Door de sterk oplopende prijzen van kleding de afgelopen maanden wordt kleding langzamerhand onbetaalbaar voor een groeiende groep consumenten, die de eindjes niet meer aan elkaar weten te breien. Ook worden de hogere kledingprijzen een steeds belangrijkere factor bij de bepaling door het CBS van het maandelijkse inflatiecijfer.

Bron: CBS

0 Lees meer

Kledingverkopen vorig jaar met bijna kwart gestegen

Kledingverkopen vorig jaar met bijna kwart gestegen
In 2022 is de geldomzet van de kledingbranche in Nederland met 24,2 procent gestegen. Hogere kledingprijzen waren deels verantwoordelijk voor deze hoge omzetstijging. In volume was de stijging wat lager (+19,0 procent). Vooral door hogere non-foodverkopen (+12,5 procent) steeg de geldomzet van de totale detailhandel vorig jaar met bijna 7 procent. In volume werd er in de detailhandel vorig jaar licht minder verkocht dan in 2021. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-data door onze redactie economie.

Lockdowns zorgen voor heftige omzetbewegingen in kledingbranche
Winkelopenstellingen en –sluitingen, afhankelijk van de stand van zaken rond corona, hebben vorig jaar vooral in de non-foodsector van de detailhandel grote omzetbewegingen veroorzaakt. Zo waren de omzetstijgingen in geld in de kledingbranche in de eerste vier maanden van 2022 exceptioneel hoog: ruime verdubbelingen in januari (+118,3 procent) en februari (+138,4 procent) en fikse groei in maart (+57,4 procent) en april (+61,5 procent). In de periode mei-november vorig namen de omzetontwikkelingen in de kledingbranche weer normalere proporties aan om in december met +55,4 procent weer fors te stijgen. De kledingbranche was vorig jaar overigens wat omzetgroei betreft (+24,2 procent) de best scorende branche in de detailhandel. De schoenenbranche volgde met een omzetgroei van +18,8 procent. De laagste groei in de non-foodsector werd vorig jaar met een geldomzetstijging van 4,7 procent behaald door de doe-het-zelfbranche.

Internetverkopen in mineur
Aan jarenlange forse omzetstijgingen van de internetverkopen in de detailhandel kwam in 2022 abrupt een einde. Wellicht deden consumenten zodra het weer kon graag hun aankopen in de winkel. De internetverkopen in de detailhandel daalden in 2022 met 7,6 procent. Pure webshops zagen hun omzet vorig jaar met 5,8 procent teruglopen, terwijl de winkelbedrijven die naast winkelverkoop ook nog via internet verkopen vorig jaar online 9,6 procent minder verkochten.  De kledingverkopen via internet namen in 2022 met 4,2 procent af.

Herenkleding meest in prijs gestegen
Kleding was vorig jaar gemiddeld 4,7 procent duurder dan in 2021. Herenkleding steeg in 2022 het meest in prijs. Vergeleken met 2021 groeiden de prijzen van herenkleding gemiddeld met 7,0 procent. Dameskleding werd vorig jaar +4,5 procent duurder en baby- en kinderkleding +2,3 procent. De prijsstijgingen van kleding zijn vorig jaar vanaf september hoger geworden met als voorlopige piek december toen kleding liefst 12,3 procent duurder werd vergeleken met december 2021.

Bron: CBS

0 Lees meer

Schoenen en kleding in januari flink duurder

Kleding in januari flink duurder, maar minder dan in december

De kledingprijzen zijn in januari met 9,4 procent gestegen vergeleken met januari vorig jaar. In december was de prijsstijging nog aanmerkelijk hoger (+12,3 procent). In alle kledingsegmenten daalde het stijgingstempo in januari vergeleken met december vorig jaar. Bij schoenen daarentegen was de prijsstijging in januari juist veel hoger dan in december. Dit blijkt uit een analyse van recente inflatiecijfers door onze redactie economie.

Dameskleding meest in prijs gestegen

Dameskleding was in januari net als in december het kledingsegment waar de grootste prijsstijging plaatsvond. Vergeleken met januari vorig jaar werd dameskleding in januari 11, 7 procent duurder, in december was dat nog 14,1 procent. De prijsstijging van herenkleding was in januari dit jaar fractioneel lager dan die van dameskleding(+11,4 procent). Baby- en kinderkleding werden in januari maar 1,0 procent duurder en bleven hiermee ver achter bij de gemiddelde prijsstijging in de andere kledingsegmenten.

Stijgingstempo schoenen verdubbeld

Ging het stijgingstempo bij kleding in januari omlaag, bij schoenen ging deze juist scherp omhoog. In januari stegen de schoenenprijzen vergeleken met januari vorig jaar met gemiddeld 8,5 procent,  waar ze in december vorig jaar nog niet met de helft stegen (+4,2 procent). Over de hele schoenenlinie stegen de prijzen in januari aanzienlijk meer dan in december:

  • Herenschoenen: januari 2023  + 8,9 procent,  december 2022 +3,9 procent
  • Damesschoenen januari 2023  +11,0 procent, december 2022 +6,5 procent
  • Kinderschoenen januari 2023   +1,6 procent,   december 2022 -1,4  procent

Inflatie in januari lager door dalende energieprijzen

Vooral door dalende energieprijzen is de inflatie in januari gedaald naar +7,6 procent. In december was de inflatie nog +9,6 procent. Sinds september vorig jaar toen de inflatie een top bereikte van +14,5 procent is de inflatie aan het dalen. De invloed van de energieprijzen op de daling moge duidelijk worden uit de ontwikkeling van de energieprijzen in deze periode: In september vorig jaar bedroeg de prijsstijging van energie nog +199,7 procent en in januari dit jaar daalden de energieprijzen zelfs met 3,4 procent vergeleken met januari vorig jaar. Voedingsmiddelen eveneens van grote invloed op het inflatiecijfer blijven wel in prijs stijgen. In januari stegen de voedingsprijzen gemiddeld met liefst 17,6 procent tegen +17,0 procent in december.

Bron data: CBS.

0 Lees meer

Aantal kleding- en schoenenwinkelbedrijven in 2022 verder gedaald

Aantal kleding- en schoenenwinkelbedrijven in 2022 verder gedaald

Steeds meer modewinkelbedrijven verdwijnen uit het straatbeeld. Vanaf 2010 zette de daling van het aantal winkelbedrijven in en sindsdien neemt het aantal modewinkelbedrijven jaarlijks nagenoeg onafgebroken af. Zo waren er begin 2023 nog bijna 7800 kledingwinkelbedrijven over, 4,1 procent minder dan begin 2022 toen er nog 8120 van deze bedrijven waren. Sinds 2010 is inmiddels ruim een kwart van het aantal kledingwinkelbedrijven verdwenen.  Zowel het aantal schoenen- als aantal lederwarenwinkelbedrijven daalde in 2022 sterker dan het aantal kledingbedrijven. De afname van het aantal bedrijven bedroeg in beide branches ruim 8 procent. Relatief dubbel zo veel als het aantal kledingbedrijven, dat in dat jaar de deuren sloot. Webshops vormen in de kledingsector de enige branche die jaarlijks groei van het aantal bedrijven laat zien. Met 3,5 procent meer webshops was dit in 2022 ook weer het geval. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-data door onze redactie economie.

Sterkste daling bij textielsupermarkten

Binnen de kledingbranche stopten in 2022 relatief de meeste winkelbedrijven bij de textielsupermarkten (-11,1 procent). Begin 2023 telde Nederland nog maar 120 textielsupermarktbedrijven. Eveneens meer dan gemiddeld daalde in 2022 het aantal winkelbedrijven in de baby- en kinderkledingbranche (-5,9 procent), de herenkledingbranche (-5,0 procent) en de branche waar een algemeen assortiment aan heren-, dames- en kinder- en babykleding wordt verkocht (-4,8 procent). Onder de gemiddelde daling bleef de grootste branche in de kledingsector: de dameskledingbranche. Hier verdween in 2022 “maar” 3,5 procent van het aantal winkelbedrijven. Begin 2023 waren er nog 2640 dameskledingbedrijven actief. De kleine gespecialiseerde onderkledingbranche was in 2022 de enige kledingwinkelbranche waar geen daling van het aantal bedrijven plaatsvond. Het aantal winkelbedrijven maakte hier in 2022 een pas op de plaats en stabiliseerde op een totaal aantal van 285.

Schoenen- en lederwarenbranche harder geraakt

Vergeleken met de kledingsector daalde het aantal winkelbedrijven in de schoenen- en lederwarenbranche in 2022 veel  harder. In de schoenenbranche staakte vorig jaar 8,1 procent van de winkelbedrijven de activiteiten en waren begin 2023 nog 855 bedrijven actief. Sinds 2010 is het aantal schoenwinkelbedrijven inmiddels met bijna 42 procent gedaald. Bij de lederwarenbedrijven sloot in 2022 8,7 procent de deuren en waren er begin 2023 nog maar 210 winkelbedrijven actief. Dit betekent een totaal afname van 32,3 procent sinds 2010.

Aantal webshopbedrijven in kleding stijgt naar ruim 19000

Webshops in kleding laten als enige branche in de kledingsector voortdurende groei van het aantal bedrijven zien. In 2022 steeg het aantal met 3,5 procent naar in totaal 19105 bedrijven begin 2023. De eerste CBS-meting van het aantal webshops in kleding dateert van 2012. Toen bedroeg het totaal aantal nog geen 5000 webshops. Met een stijging van 290,3 procent is het aantal webshops in elf jaar tijd bijna verviervoudigd.

Bron getoonde cijfers: CBS

0 Lees meer
Paradigma in de mode-industrie
Eenrichtingsverkeer van modebedrijven houdt verandering tegen,  retailers kunnen de risico’s niet meer alleen dragen, maar wat zijn de oplossingen?

“Naar aanleiding van mijn artikel over het nieuwe inkoopmodel in dit blad, heb ik een aantal reacties gekregen. Men was het geheel met me eens, maar wilde graag oplossingen horen. Ik had gehoopt reacties van modemerkbedrijven te krijgen, maar het waren allemaal reacties van zeer teleurgestelde en wellicht enigszins gefrustreerde retailers. Ze willen graag zaken blijven doen, maar het eenrichtingsverkeer van de modemerkbedrijven blijft alle mogelijke veranderingen en verbeteringen tegenhouden. Deze weerstand van de modemerkbedrijven is te begrijpen vanuit de context van hun eigen organisatie. Maar, ze vergeten dat ze niet alleen op de wereld zijn en dat het ‘pushen’ van producten naar de winkels verleden tijd is. De winkelbedrijven hebben door onder andere de crisis en de opkomst van internetverkopen niet meer de middelen en mogelijkheden om het volledige risico, in de vorm van uitverkochte producten, niet-verkochte producten en de lage omloopsnelheid, te dragen.

Lees het hele artikel hier

HOME 2
Drs. Eric BuiningOver veranderingen binnen onze industrie
Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen z.s.m. contact met u op.

0