Column Juridisch:

Inspanningsverplichtingen werkgever bij herplaatsing werknemer

Uw werknemer is niet langer in staat om zijn eigen functie uit te oefenen vanwege medische redenen of door een reorganisatie is zijn functie vervallen. U denkt daarom misschien al snel aan een ontslag. Bedenk echter dat u dan een belangrijke stap overslaat. Eerst moet namelijk worden onderzocht of er andere passende, vervangende werkzaamheden voorhanden zijn. Deze zogenaamde herplaatsingstoets is sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (‘WWZ’) in 2015 in de wet verankerd en mag niet worden onderschat.

Vaak zal er bij een door de werkgever gewenst ontslag, in eerste instantie tussen werkgever en werknemer worden gediscussieerd over de vraag of er een redelijke grond voor ontslag is en – afhankelijk van hoe lijvig het ontslagdossier is – worden onderhandeld over de hoogte van de ontslagvergoeding. Leidt dit niet tot een ontslag met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst), dan kunt u (in eerste aanleg) de gang naar de kantonrechter maken en een ontbindingsverzoek indienen (of in geval van een bedrijfseconomisch ontslag een ontslagaanvraag bij het UWV indienen).

Artikel 7:669 BW vormt voor de werkgever de wettelijke basis om tot een ontslag te komen. Hieraan zal de rechter dan ook (streng) toetsen. Ontslag is slechts mogelijk als de werkgever een redelijke grond voor ontslag heeft (en dit ook goed weet te onderbouwen met een goed onderbouwd ontslagdossier) én, zo valt te lezen in voornoemd wetsartikel, “herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt.” Deze wettelijke basis is nader uitgewerkt in de zogenoemde Ontslagregeling.

Strenge toets

Deze herplaatsingstoets is sinds de codificatie – in normaal Nederlands: vastlegging – in de wet, een serieus te nemen horde. De praktijk in de rechtszaal, wijst inmiddels uit dat u er als werkgever niet komt door de werknemer enkel te wijzen op de bestaande vacatures binnen de organisatie en/of door simpelweg te stellen dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Van een werkgever wordt een proactieve rol verwacht, waarbij hij actief onderzoekt wat de mogelijkheden voor de betreffende werknemer binnen de organisatie zijn. Een werkgever dient dus het initiatief te nemen en een voortrekkersrol te vervullen. Het gaat daarbij niet alleen om het onderzoeken van welke vacatures eventueel passend zijn, maar van de werkgever wordt ook (tot op zekere hoogte) verwacht dat hij aanpassingen doorvoert, zodat een potentiële functie passend gemaakt wordt voor de betreffende werknemer. Overigens gaat het bij het zoeken naar een ‘andere passende functie’ niet alleen om vacatures. Het gaat om het ruimere begrip ‘arbeidsplaats’, zodat ook de (tijdelijke) functies van werknemers of personen die werkzaam zijn op basis van een uitzendovereenkomst of op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, betrokken dienen te worden.

Als je als werkgever denkt alles goed te hebben gedaan, dan doemt er eventueel nóg een te nemen horde op: indien de onderneming van de werkgever deel uitmaakt van een groep, dan worden bij de beoordeling of een passende functie beschikbaar is, mede de arbeidsplaatsen in andere tot de groep behorende ondernemingen betrokken. Bij een groep met een groot personeelsbestand en meerdere vennootschappen, wordt het dan al snel een uitgebreide en tijdrovende zoektocht. Ook op dit punt toetst de rechter (en het UWV) tegenwoordig streng.

Een strenge toets dus wat betreft de herplaatsingsinspanningen van de werkgever. Er zijn echter ook grenzen: de werkgever hoeft niet eindeloos te blijven zoeken. De wet spreekt namelijk van een ‘redelijke termijn’ waarbinnen gezocht moet worden. Deze redelijke termijn is gelijk aan de opzegtermijn van het dienstverband. En de herplaatsingsinspanning van de werkgever gaat nu ook weer niet zo ver dat hij – gekunsteld – een geheel nieuwe functie zou moeten creëren of de werknemer volledig zou moeten omscholen naar een totaal ander vakgebied. Het is en blijft een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting.

stijn
Stijn Maas
Geboortejaar: 1977
Bedrijf: Allied Advocaten
Functie: Advocaat/Partner
Specialisatie: Arbeidsrecht
Ondernemers: “Kunnen mij altijd vrijblijvend bellen. Hoe benader ik klanten? Ik geloof in een persoonlijke benadering en een goede en duurzame samenwerking met klanten. Niet een kantoor staat u bij, maar de mens en advocaat Stijn Maas. Zoals ik mens ben, ben ik ook als advocaat: no nonsens en down-to-earth. Laagdrempelig en praktisch.”
Motto: “Als specialist arbeidsrecht bied ik praktisch, betaalbaar en laagdrempelig arbeidsrechtadvies voor particulier en MKB-ondernemers, zodat de arbeidsrechtadvocatuur voor een bredere groep mensen bereikbaar wordt. Dit doe ik met mijn unique selling points: een brede blik, betaalbaar en betrokken.”
smaas@alliedadvocaten.nl

Klik hier voor een overzicht van alle geplaatste columns

Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen z.s.m. contact met u op.

0